Op 29 September 2019 heb ik de bijscholing “Dissectie CTO, cervico-thoracale overgang” gevolgd in de dierenartsenpraktijk van Hofma en van Gelder te Nijkerk.

Het was al even geleden dat ik bij een dissectie aanwezig was van Sharon May-Davis, Mei 2017 en 2018. Door regelmatig aanwezig te zijn bij een dissectie blijft je kennis van de anatomie paraat en krijg je steeds meer inzicht in de problematiek die je in deze regio kunt vinden.

De dag begon met een deel theorie, maar al snel gingen we richting de praktijkruimte om een pony en een paard te ontleden. Het ontleden ansich werd uitgevoerd door Tunna Morrien en Annemarie van Gelder, terwijl Guy Blom inhoudelijk vertelde over de dissectie.

Het CTO-gebied is een overgang van halswervelkolom naar borstwervelkolom. De CTO-regio is een moeilijk gebied om bij te komen omdat het schouderblad er voor zit. Door goed te palperen en het uitvoeren van onderzoeken kun je al redelijk wat informatie verkrijgen.

Mocht je meer duidelijkheid willen over de eventuele schade dan is het inschakelen van een dierenarts een goed idee. Door middel van echo, röntgen of een CT-scan kun je deze regio goed in kaart brengen. Wat regelmatig voorkomt in deze regio zijn artrose en/of gewrichtsontstekingen.

Informatie betreft Hals- problematiek

Welke signalen kunnen wijzen op hals problemen?

De signalen wat een paard afgeeft kunnen heel klein en vaag zijn maar ook zeker opvallend zoals hieronder:

  • Aanleuningsproblemen (kantelen, verzet met stelling/buiging, neus er uit willen trekken, verzet)
  • Kreupelheden
  • Tandenknarsen
  • Zwiepen met de staart
  • Een verkorte pas aan het buiten voorbeen op de volte
  • Verminderde schoudervrijheid
  • Het bewegen met kleinere passen met een- of beide voorbenen
  • Onregelmatigheid aan een- of beide achterbenen

Ik zie de laatste jaren steeds meer hals problemen voorbij komen dan voorheen. Hiervoor zijn diverse redenen;

  • Er worden met het fokken steeds meer eisen gesteld aan het ‘ ideale’ paard. Dit bevordert niet altijd de kwaliteit van de botten, banden, pezen en spieren.
  • De uitvoering en duur van de training is van invloed.
  • Paarden worden in het algemeen sensibeler en extroverter.
  • -De onderzoekstechnieken zijn enorm toegenomen in kwaliteit (echo, röntgen, CT-scan, scintigrafie) hierdoor wordt er meer in kaart gebracht.

Er heerst nog wel eens onduidelijkheid over de verschillende onderzoekstechnieken, hieronder daarom een uitleg.

Rontgenologisch onderzoek:

Het maken van foto’s van de hals kunnen afwijkingen in botten en gewrichten in kaart brengen, denk hierbij aan artrose. Niet alleen in de onderste hals wervels maar ook in het achterhoofdgebied komen regelmatig problemen voor.

Echografisch onderzoek:

Dit type onderzoek is van groot belang bij het in kaart brengen van problemen in de hals en dus ook het CTO-gebied. Er zijn veel gevallen waar de röntgenfoto’s best lijken mee te vallen maar waar er toch veel schade te zien is in bijvoorbeeld ligamenten, kapsels, spieren en facetgewrichten. Juist door het maken van een echo komen deze structuren naar voren.

CT- Scan:

De meerwaarde van een CT-scan ten opzichte van een röntgenfoto is dat er een grote hoeveelheid foto’s wordt gemaakt van de hals in een circulerende beweging met dwarsdoorsneden tot gevolg. Bij een röntgenfoto gebeurd dit twee dimensionaal.

Door deze beelden samen te voegen kunnen de beelden in alle richtingen bekeken worden; een zogeheten driedimensionale reconstructie. Een CT-scan is een dure onderzoekstechniek maar wel de meest omvangrijke.

Wat kunnen een dierenarts en fysiotherapeut betekenen voor halsproblematiek?

Door gebruik te maken van bovenstaande onderzoekstechnieken kan er een diagnose worden vastgesteld met een daarbij passend behandelplan. Afhankelijk van wat er gevonden is kan een dierenarts behandelen door het geven van lokale injecties bij bijvoorbeeld geïrriteerde facetgewrichten.  Ook kan er gebruik gemaakt worden van Tildren of een orale medicatie in de vorm van ontstekingsremmer en pijnstilling.

Een fysiotherapeut kan wanneer de pijn weg is eventuele blokkades opheffen en wervels weer mobiliseren. Ook is het belangrijk om naar het totale beeld te kijken. Vaak hebben paarden al een geruime tijd met klachten gelopen voordat deze ontdekt worden. Het gevolg hiervan is compensatiegedrag in andere ledematen. Soms moet de manier van training worden aangepast bij het vinden van bepaalde ziektebeelden. Hierin geven wij als fysiotherapeut gericht advies en begeleiden wij indien nodig de combinatie.